There Will Be Blood is complex, onconventioneel maar vooral heel erg intrigerend. Dagen nadat je de filmzaal verlaten hebt, zindert deze film nog na in je hoofd. Je weet niet goed wat je van de film moet maken en je weet dat deze film de perfectie niet benadert, maar deze film maakt iets bij je los, een onbestemd zoeken naar iets wat misschien helemaal niet in deze film te vinden valt.
Wellicht is hier de hand van de regisseur, Paul Thomas Anderson, in te vinden. Deze regisseur maakte eerder reeds onder andere Punch-Drunk Love en Magnolia, beiden films die eveneens iets bevreemdend en onvatbaar in zich droegen. Bovendien blonken deze vorige films bij momenten ook sterk uit in een surrealistische sfeer, waarvan de befaamde kikker-scène uit Magnolia wellicht het meest voor de verbeelding sprekende is. In There Will Be Blood laat Anderson deze surrealistische sfeer ietwat achterwege, hoewel de choquerende finale scène wat onverwachtheid betreft, behoorlijk in de buurt komt van het zonet aangehaalde fragment uit Magnolia.
There Will Be Blood schetst een beeld van de opkomende olie-industrie in het westen van de Verenigde Staten aan de start van de vorige eeuw. Deze opkomst betekende een grote omwenteling voor deze tot dan erg rurale en onderontwikkelde omgeving, bracht veel gelukzoekers en zakenmannen naar dit gebied en vooral, dat beeld hou je toch over na het kijken van There Will Be Blood, veel hebzucht.
Aan de hand van hoofdpersonage Daniel Plainview zien we erg duidelijk de evolutie van de ontwikkeling van deze omgeving en de industrie. Van de primitieve omstandigheden waarin we Daniel Plainview in de eerste scène van de film, zien zoeken naar ijzer, tot de gigantische boortorens en oliepijplijnen die we Daniel Plainview naar het eind van de film zien aanleggen. Toch ligt de focus van deze film niet op de economische en technologische ontwikkelingen ten gevolge van de toegenomen industrialisering.
Deze film wil wel tonen wat het kapitalisme, maar dan vooral van slechtste wat een dergelijke samenleving, met een nooit-aflatende honger naar macht en geld, bij de mens naar boven kan brengen. There Will Be Blood toont wat hebzucht met een mens teweeg kan brengen en waartoe een mens allemaal niet in staat is voor het vergaren van wat dollars en invloed.
Paul Thomas Anderson slaagt hierin door zijn personages mysterieus en ondoorgrondelijk te maken. Vooral centraal karakter Daniel Plainview, die voortreffelijk wordt vertolkt door Oscar-winnaar Daniel Day-Lewis, lijkt een intrigerende kracht in zich te dragen die je als kijker schijnbaar moeiteloos doorheen de twee-en-een-half uur lange speelduur helpen. Hoewel de centrale focus van There Will Be Blood zonder enige twijfel op Daniel Plainview ligt, wil dit niet zeggen dat de nevenpersonages in deze film ietwat slordig zouden uitgewerkt zijn. Integendeel, met antagonist Eli Sunday op kop, zorgen deze via psychologisch complexe relaties met het hoofdpersonage voor dat extra chemie dat deze film zo intrigerend maakt. Eli is een predikant met minstens evenveel ambitie en dominantiestreven als Plainview, alleen bevinden ze zich in een totaal verschillend domein: Daniel is een man van het geld, Eli een man van God. Deze tegenstelling zorgt voor een constante spanning tussen beide personages, een spanning die zijn uiteindelijke climax bereikt in de allerlaatste scène van de film.
Een tweede belangrijk nevenpersonage in deze film is H.W. Plainview, de zoon van Daniel. We zien in de openingsscène hoe hij als baby reeds zijn vader vergezelt bij diens werk en later zal hij zijn vader letterlijk bijstaan terwijl deze het vertrouwen tracht te winnen van een groep boeren onder wiens grond olie schijnt aanwezig te zijn. Op een gegeven moment is H.W. echter het slachtoffer van een ongeluk en dit betekent een definitieve kentering in de relatie met zijn vader. Van dan af aan blijft er van de oorspronkelijke twee-éénheid tussen vader en zoon nog maar weinig over en zal de relatie tussen beiden er vooral één van spanning en frustraties blijken.
There Will Be Blood heeft niet enkel plotmatig en wat de uitwerking van de personages betreft sterke troeven in handen: ook cinematografisch bekeken is deze film ontzettend intrigerend. De dreigende en onheilspellende kleuren en uitgekiende camera set-ups van Robert Elswit geven deze erg innerlijke film ook een prachtige visuele gloed. Het camerawerk van Elswit viel tijdens de voorbije Oscar-uitreiking trouwens ook in de smaak van de stemgerechtigde Academy-leden: de cinematograaf die eerder dit jaar het eveneens visueel erg sterke Michael Clayton in beeld had gebracht, mocht het gewilde gouden beeldje voor zijn prestaties in deze film mee naar huis nemen.
Paul Thomas Anderson levert met There Will Be Blood een film af die zichzelf helemaal niet bij een eerste kijkbeurt gewonnen geeft. Een tweede en derde kijkbeurt zullen minstens evenveel genot opleveren, als was het maar omwille van de subtiele vormen van nonverbale communicatie die bij de verschillende personages terug te vinden zijn.
Thematisch kan de film het best omschreven worden als een parabel over familie, geld en religie tegen de achtergrond van de olie-industrie; zware woorden voor een film die allerminst conventioneel is te noemen: net als een bijbelse parabel is There Will Be Blood een verhaal waarover veel na te kaarten valt, die dient herbekeken en geherinterpreteerd te worden. Een film die zichzelf wellicht nooit volledig bloot zal geven, al is het maar omdat je dat als kijker eigenlijk zelf niet zou willen.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
0 reacties :: Review: There Will Be Blood
Een reactie posten