Recensie: Avatar

Met een marketingbudget van maar liefst 150 miljoen dollar (105 miljoen euro) voor één van de duurste films ooit gemaakt – volgens sommige bronnen zelfs dé duurste – moet je wel onder een kanjer van een steen leven om nog niet van Avatar gehoord te hebben. Regisseur, producer, schrijver en monteur James Cameron toonde zich een door de wol geverfde marktkramer en bewoog hemel en aarde om ons z'n nieuwste film te verkopen, samen met de geschiedenis erachter. Al sinds de seventies wilde Cameron het verhaal van Avatar vertellen, geïnspireerd door Star Wars, maar het duurde nog tientallen jaren eer de technologie zijn ambities kon evenaren. Zo diende z'n 'team' een nieuw soort (digitale) camera te ontwikkelen en de manier te verfijnen waarop acteurs vastgelegd worden in een virtuele wereld (de zogenaamde performance capture-techniek)... “the most complicated stuff anyone's ever done”, dixit Cameron. Dat alles moest en zou een ervaring opleveren die Titanic, zijn vorig project en één van de meest succesvolste producties aller tijden, op alle vlakken overtreft, én in 3D. Van hoge verwachtingen gesproken. Omwille van de films peperdure prijskaartje beweerde – lees: loog – de 55-jarige Canadese cineast dat hij niet verwachtte het budget terug te verdienen. Ondertussen bracht Avatar na nog geen drie weken in de (binnenlandse en buitenlandse) bioscoopzalen al één miljard dollar op, dat is ongeveer 700 miljoen euro! Zo werd Camerons 'kindje' de meest ambitieuze, geanticipeerde en (zowel commercieel als kritisch) succesvolste bioscoopfilm van 2009, met andere woorden gerust het jaar van Avatar te noemen, en stevent ze genadeloos af op allerlei records uit de geschiedenis van de cinema.

Inhoudelijk hoort Avatar thuis in een rijtje van avonturenfilms die als het ware een minigenre op zich vormen, met mogelijk als bekendste voorbeelden Kevin Costners Dances with Wolves, The Last Samurai en Pocahontas. Steeds gaat het 'm om een blanke, mannelijke (anti)held (hier: de gewonde oorlogsveteraan Jake Sully) die onvrijwillig wordt opgenomen in een door de buitenwereld bedreigde, vreemde cultuur (Pandora, thuis van de Na'vi), – zo goed als altijd – zijn hart verliest aan één van de 'vreemde' vrouwen (de onstuimige prinses Neytiri), en uiteindelijk bereid is zijn leven te geven voor haar en haar volk in de strijd tegen z'n eigen 'soort' (meedogenloze kolonisten van de Aarde). Meligheid en karikaturale slechteriken zoals Kolonel Quaritch horen daar in de beste Hollywoodtraditie ook bij. Wat dat betreft is Avatar, meer fantasy dan sciencefiction, erg klassieke, entertainende, epische cinema... in een hypermodern jasje. Vergeef Cameron en vergeet z'n goed bedoelde maar kinderlijke ecologisch-politieke boodschap, en laat jezelf onderdompelen in de op meesterlijke wijze gecreëerde, wondermooie wereld van de blauwe, katachtige reuzenwezens met een tot in de puntjes uitgewerkte natuur en cultuur, inclusief taal, muziek, klederdracht, gebaren, rituelen enzovoort. Adembenemend creature design dat zich zonder moeite kan meten aan dat van pakweg de Lord of the Rings-trilogie sluit naadloos aan bij meer dan degelijk acteerwerk – ook doorheen hun digitale maskers – van rijzende sterren Sam Worthington en Zoe Saldaña en ouwe rotten Sigourney Weaver en Stephen Lang, dit jaar ook genietbaar in Michael Manns Public Enemies (zij het dan in een kleinere rol).

De Star Wars van een nieuwe generatie zal Avatar misschien niet worden, maar Cameron bewijst wel wederom een even gepassioneerd filmmaker te zijn als (de jonge) George Lucas en cinema met te maken met evenveel hart en ziel als een Pixarfilm.

(***)

geschreven door Tim Maerschand

0 reacties :: Recensie: Avatar