De titel doet het al vermoeden: [La ME:R] (*) valt vooral op door de vorm. De titel slaat zowel op een jonge vrouw en bijna-moeder (la mère) als op haar favoriete locatie: de zee (la mer). In dromerige flashbacks in flou artistique komen we te weten dat de jonge vrouw en haar zwangerschap geen gelukkige combinatie waren, en het verwerkingsproces daarvan krijgen we te zien in het heden: de jonge vrouw maakt een strandwandeling, tekent een cirkel in het zand, en zoekt daar, in foetushouding, de geborgenheid die ze nergens anders kan vinden. Het vormexperiment is hier: de extreme close-up. Te hoog gegrepen, lijkt ons: in theorie kunnen close-ups de intensiteit verhogen, maar het volstaat natuurlijk niet om close-ups te filmen zoals je landschappen filmt: de kadrering moet werkelijk perfect zijn, de gefilmde details moeten iets oproepen (extreme schoonheid, extreme afschuw, een voorwerp met een functie in het verhaal), en beeld en klank moeten perfect in balans zijn. Niets van dat alles in deze kortfilm: de camera en de microfoon doen niet veel meer dan registreren, de (schel opgenomen) dialogen verbreken de dromerige sfeer en het dramatische effect gaat verloren. De muziek (van Damien Jurado) zit wel volledig juist.
Nan (**) volgt een gezin dat illegaal in België verblijft en probeert te overleven door de twee zonen te laten stelen en bedelen. Een uitbater van een wafelkraam ontfermt zich over een van de kleine boefjes, en voor hij het weet woont het hele gezin bij hem in. Verhaaltechnisch laat deze kortfilm heel wat steken vallen, maar de eer wordt gered door de acteurs, de locaties, en bovenal de unieke, onderkoelde sfeer die over de hele kortfilm hangt, een sfeer die eerder uitnodigt tot discreet gniffelen dan tot uitbundig lachen. Ook een pluspunt: je kan het standpunt van de regisseur over deze problematiek niet uit de film afleiden.
Samaritan (*) vertrekt van een origineel idee, dat weliswaar grotendeels overeenkomt met de in Nederland veelbesproken nep-televisie ‘De Grote Donorshow’. ‘Samaritan’ is ook zo’n tv-programma: een hippe presentatrice kondigt elke aflevering aan welke donor uitverkoren wordt om te sterven ten voordele van vijf andere mensen, die elk een ander orgaan kunnen gebruiken. Filip Peeters speelt de trieste vader van een van de ‘winnaars’, wat concreet wil zeggen dat hij zijn zoon moet afstaan om het leven van vijf andere kinderen te redden. Deze kortfilm twijfelt voortdurend tussen de platte parodie en het morele vraagstuk, en blinkt helaas in geen van beide uit: niet grappig of origineel genoeg voor een persiflage, te oppervakkig voor pertinente maatschappijkritiek.
Films als We Are So Happy (**) slaan altijd wel aan: twee innemende personages, beetje humor, de toon zit goed, en het is een mooi afgerond geheel. Hoofdpersonages zijn een jongen (Benny Claessens) en een meisje (“ik ben zestien jaar, en ik heb geblondeerd haar”), hoofdlocatie is hun gezamenlijke plekje (een stacaravan) waar ze experimenteren met de puberteit, de indringer is het homovriendje. Luchtig, maar zeer geslaagd.
Het verhaal van de drol (*) gaat onbeschaamd voor de prijs van het publiek. De drol uit de titel is afkomstig van een Nederlander, die voltijds op drugs- en jongemeisjesjacht is, en door zijn nieuwe verovering meegenomen wordt naar het ouderlijk huis inclusief burgerlijke familie – zowat zijn tegenpool dus. Best amusant allemaal, maar wanneer de ene drol als hoofdpersonage vervangen wordt door de andere drol, begint de kakahumor het over te nemen: wat dacht u van een drol die vleugels krijgt en met te gekke geluidjes de tuin van het burgerlijke gezin rondfladdert? Succes gegarandeerd in de kinderopvang.
0 reacties :: IKL: Vlaamse kortfilmcompetitie [Deel3]
Een reactie posten